In 1992 nam Veeweyde het Blauwe Kruis-asiel van Doornik onder zijn hoede, dat werd omgedoopt tot Veeweyde-Doornik. Bij de herinrichting van het asiel werd uitgegaan van het principe dat dieren ook vrijheid moeten hebben. Het doel was om de dieren zo weinig mogelijk te ‘kooien’ en ervoor te zorgen dat ze zich ook vrij kunnen uitleven. En dat werpt vruchten af! Zo kan een angstige of eerder onvriendelijke hond zich in een gedeeltelijk vrije omgeving opener en vertrouwender gaan opstellen. Dit initiatief was destijds een unicum in België.
De inrichting van het asiel is revolutionair: het bestaat uit vier modules met elk een grasveld van 500 à 600 m² waar groepen van maximaal vijftien honden naar hartenlust kunnen spelen en ravotten, goed voor een totale capaciteit van zestig honden. In iedere module biedt een overdekking rechtstreeks toegang tot een centraal hok van 30 m², waar de honden ’s nachts en bij slecht weer beschut zijn. Dankzij het groenscherm hebben de katten geen last van de honden, want de poezen hebben eveneens een speelruimte in de openlucht.